woensdag 18 december 2013

Ameet Vyncke - Zoeaaf, Blauwvoet-studentenleider en Witte Pater (voorpublicatie)

Zijn voornaam Ameet, Vlaams voor Amaat, AimĂ© en ook door zijn vrienden gebruikt, vonden we al in de titel van de publicatie van zijn Brieven. De ondertitel “Zoeaaf, Blauwvoet-studentenleider en Witte Pater” bevestigt de veelzijdigheid van Ameet Vyncke. Slechts enkele van de zoveel facetten dat het lijkt of hij heel oud geworden is, en toch is het tegendeel waar. Hij overlijdt 38 jaar oud, opgeleefd door zijn keuzes, zijn inzet voor de zwakste en meest kwetsbare mensen ter wereld : zwarte weeskinderen waarvan de ouders ten prooi waren gevallen aan de Arabische slavenhandelaars.

 

Als zeventienjarige student wordt Ameet Vyncke vrijwilliger in het leger van de Paus. Met toestemming van zijn ouders, zijn vader was koster in Zedelgem, dient hij twee jaar in Rome. Hier rijpt de beslissing om priester te worden. Bij zijn terugkeer studeert hij verder in het Klein Seminatie van Roeselare waar hij de studenten-zoeavenvereniging uitbouwt. Verzet tegen opgedrongen waarden (i.c. de Franse taal) vormt de voedingsbodem voor de Groote Stooringhe. Vyncke wordt de initiatiefnemer van het studentenblad De Vlaamsche Vlagge. Zijn onderpastorie in Dudzele is een centrum van de Vlaamse Beweging.

Hij blijft nauwe contacten onderhouden met zijn vroegere zoeavenvrienden. Als mgr. Lavigerie, oprichter van de “Witte Paters”, een oproep doet aan de oud-zoeaven om bescherming te bieden, is Vyncke meteen enthousiast om naar het ongekende en gevaarlijke Afrika te trekken. Hij trekt naar de westkust van het Tanganyikameer en wordt zo de eerste Belgische missionaris van het latere Congo. Hij bouwt er de  missiepost Kibanga uit, daar waar de slavenhandel het ergst is: “Vreedzame dorpen werden verwoest tot puinhopen en vruchtbare plaatsen veranderden in een woestenij”. Hij speelt een er een hoofdrol in de strijd tegen de dodende pokken en in de strijd tegen de slavenhandel maar verliest zelf de strijd tegen de malaria.

Deze tomeloze inzet gebeurt meestal in de schaduw. Uit een tegenslag put hij de moed om verder te strijden. Maar men is geen sant in eigen land. In Vlaanderen is het vooral onder impuls van L. Monbaliu dat men Ameet Vyncke eert om zijn inzet in Dudzele en in Roeselare. In Zedelgem hebben we het Pater A. Vynckeplein, een gedenksteen op zijn geboortehuis, een Ratte Vyncke-prijs (privé-initiatief) en nu wordt Ameet Vyncke herdacht met dit boek, dat zijn relatie met Zedelgem benadrukt en met een tentoonstelling. Op die manier wordt ook de 125ste verjaardag van zijn overlijden waardig herdacht en krijgt Ameet Vyncke het respect dat hij verdient. In dit boek laten we vooral Ameet Vyncke zelf getuigen via fragmenten uit zijn honderden brieven, in zijn West-Vlaams dialect, met zijn eigen humor.