zondag 10 december 2017

Laadpaal in centrum Zedelgem: een gemiste kans

Het schepencollege heeft beslist op een laadpaal met twee laadpunten voor elektrische auto’s en hybriden te plaatsen op het P. A. Vynckeplein, in de achterste helft. In november mocht de gemeenteraad deze locatie van de nodige parkeerplaatsen goedkeuren. Onbegrijpelijk en een gemiste kans want op deze plaats is dit volstrekt overbodig.

De bestaande laadpaal bij Electro Rosseel in de Snellegemsestraat op 300 meter van de nieuwe locatie is 24/24 en 7/7 beschikbaar, trouwens ook voor fietsen, en is beter toegankelijk, want de parking voor deze zaak wordt niet afgezet met de kermis of feestelijkheden op het plein. In donkere weeknachten zal het zoeken worden op het plein. Het argument van mogelijkheid tot shoppen is leugenachtig : dit deel van het P.A.Vynckeplein is als parkeerplaats ten hoogste interessant als je juridische informatie nodig hebt. De huidige paal in de Snellegemsestraat staat tegenover een horecazaak waar je terecht kunt voor een drankje of kleine snack en intussen je auto in het oog houden, schuin tegenover is er een dokterspraktijk. Een bijkomende paal voor extra capaciteit hoeft al helemaal niet.

Het publieke karakter van de nieuwe paal versus het privé-karakter is weinig relevant. Een laadpasje van Blue Corner (huidige paal) is gratis krijgen maar je betaalt wel je verbruik. Voor de nieuwe paal kan je met pasjes van meerdere bedrijven (ook Blue Corner) terecht maar in beide gevallen niet via een bankkaart Het feit dat het er in het ene geval een samenwerking is met de overheid is geen garantie van goedkoper of betere dienstverlening.

Deze nieuwe paal is de eerste van de vier die in de komende jaren zullen geplaatst worden in onze gemeente. De keuze van de eerste locatie lijkt eerder bedoeld om privé-initiatieven te ontmoedigen dan om een dienstverlenend netwerk uit te bouwen. Men kreeg de mogelijkheid om zeker in alle woonkernen op zijn minst één laadpaal te hebben maar dit heeft men meteen gehypothekeerd: komt er bv. een publieke laadpaal op Zuidwege, daar waar er het meest verkeer passeert, ten koste van een andere deelgemeente ? Dat de meest aangewezen locatie in de buurt van de Torhoutsesteenweg ligt, is zeker. De helft van de Zedelgemse tankstations, ingeplant op locaties waarvan dikwijls vooraf een marktstudie gebeurde, liggen aan deze Torhoutsesteenweg (5 van de 10).

Met N-VA heb ik in de gemeenteraad gevraagd om deze beslissing een maand uit te stellen, ook al omdat Eandis zelf vraagt dat de afstand tot een andere paal minstens 500 meter zou bedragen. Dit zou toelaten om een locatie te kiezen die geen clustering en concurrentie voor een lokaal bedrijf is maar bijdraagt tot een uitbouw van een dienstverlenend netwerk. Zo zou het een stimulans zijn om te kiezen voor een hybride of een volledig elektrische wagen en er zo voor zorgen dat er minder gereden wordt met diesel of benzine en dus minder koolstofdioxide wordt uitgestoten.

Wij houden van het principe 'denken, durven, doen' én in die volgorde, dus niet eerst doen en dan pas denken.


dinsdag 31 oktober 2017

Geen 'Vlaamse Leeuw' op herdenking gesneuvelden in Veldegem

Open brief aan college van burgemeester en schepenen

Veldegem, 5 oktober 2017

Geen 'Vlaamse Leeuw' op herdenking gesneuvelden in Veldegem

Op 3 oktober 2017 was ik samen met een collega van N-VA aanwezig op een vreemde activiteit in Veldegem. Er was de jaarlijkse officiële gemeentelijke herdenking van de Veldegemse gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Dit is voor Veldegem in één herdenking op kermisdinsdag het equivalent van V-dag (8 mei) en Wapenstilstand (11 november) zodat het op die manier mogelijk gemaakt wordt dat meerdere afdelingen van NSB met hun vlag aanwezig zijn op deze plechtigheid.

Een vreemde activiteit want tegen de traditie in werd de plechtigheid afgesloten met het nationaal volkslied zonder dat vooraf het Vlaams volkslied werd gespeeld. Heel vreemd want het is niet alleen om een traditie maar ook een decretale verplichting (= wettelijke verplichting opgelegd door de Vlaamse regering) om bij deze herdenkingen beide volksliederen uit te voeren.

Hoe zo'n plechtigheid dient te gebeuren inzake bevlagging en nationale liederen is vastgelegd in de omzendbrief VR 2013/37 van 26 juni 2015 met als titel 'Richtlijnen voor de Vlaamse Regering, de diensten en instellingen van de Vlaamse overheid en de provincies, de gemeenten en de districten voor de bevlagging van de openbare gebouwen en de uitvoering van het Vlaamse volkslied', een titel die meteen ook duidelijk maakt dat dit decreet dient gevolgd te worden door het gemeentebestuur.

Bij een oppervlakkige lezing zien we inderdaad onze kermisdinsdag niet als een vermelde datum waarop het verplicht zou zijn om te bevlaggen. Bij grondige lezing zien we dat 8 mei en 11 november vermeld worden als uitzonderingsdagen, t.t.z. in tegenstelling tot de meeste vastgelegde dagen dient de Europese vlag niet gehesen, alleen de Vlaamse en de Belgische, al dan niet samen met de gemeentevlag.

Wat het gebruik van de Vlaamse vlag betreft, is er geen twijfel mogelijk: 'de Vlaamse vlag (moet) gehesen worden aan openbare gebouwen telkens als de Belgische of de Europese vlag wordt gehesen, ook als het niet om een officiële gebeurtenis gaat.'

De richtlijnen in het decreet over de uitvoering van het Vlaamse volkslied brengen meer duidelijkheid:
- Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgevoerd, bij het begin of, op het einde van de officiële plechtigheden die georganiseerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, of een provincie of gemeente van het Nederlandse taalgebied, op de data waarvoor het hijsen van de vlag van de Vlaamse Gemeenschap is voorgeschreven (zie deel I van deze omzendbrief).
2.2 Interpretatie van de verplichte reglementering
De wettelijke bepaling over het spelen van het Vlaamse volkslied wordt zeer ruim opgevat. De verplichting geldt voor alle officiële plechtigheden op de data waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap gehesen moet worden en is onafhankelijk van het feit of de plechtigheid plaatsvindt in een openbaar gebouw of op een andere plaats (bijvoorbeeld in open lucht).
De verplichting om het Vlaamse volkslied uit te voeren geldt echter niet voor elke soort plechtigheid die een officieel karakter heeft en die plaatsvindt op een van de data die in deel I van deze omzendbrief vermeld staan. De plechtigheden moeten effectief plaatsvinden naar aanleiding van de gebeurtenis waarvoor de vlag wordt gehesen. Andere officiële plechtigheden, met een ander karakter, die toevallig op dezelfde dag plaatsvinden, vallen niet onder de verplichting. Zo hoeft het Vlaamse volkslied niet uitgevoerd te worden bij de uitreiking van een literatuurprijs die toevallig plaatsvindt op 11 juli of op een andere dag waarop de Belgische vlag gehesen moet worden.

Het decreet stipuleert dus duidelijk dat het gaat om een plechtigheid die plaatsvindt naar aanleiding van de gebeurtenis waarvoor de vlag wordt gehesen. Er wordt hier als voorbeeld verwezen naar de viering van de Vlaamse feestdag (11 juli) op een andere datum; het feit van de viering is bepalend, niet de kalenderdatum.

De gemeentelijke huldiging van de gesneuvelden van beide wereldoorlogen op kermisdinsdag in Veldegem is het equivalent van de viering van V-dag (einde van de tweede wereldoorlog) en van de Wapenstilstand (einde van de eerste wereldoorlog). Dit betekent dus dat naast de bevlagging met minstens de Belgische en de Vlaamse vlag bij de viering ook het Vlaamse en het Belgische volkslied dient gespeeld te worden (in die volgorde bij het einde van de plechtigheid of in omgekeerde volgorde indien dit gebeurt bij het begin).

Het is inderdaad zo dat volgens het protocol van de vaandeldragers van NSB de vaandels van oud-strijdersverenigingen alleen groeten tijdens het spelen van het Belgisch volkslied, een buitenlands volkslied of de Europese hymne en dat ze geen reglementaire groet uitbrengen tijdens het spelen van het gemeenschapslied (https://www.nsb-fnc.be/nl/reglement-vaandeldragers) … maar dat ze wel graag genieten van de subsidies van instellingen i.c. de gemeente die afhangen van de Vlaamse gemeenschap. Het is trouwens niet voor het eerst dat zij de vraag gesteld hebben om het Vlaams volkslied achterwege te laten.

Wij vinden het erg dat het college van burgemeester en schepenen ingegaan is op de vraag van een lid van een organisatie die weigert respectvol om te gaan met de symbolen van de Vlaamse Gemeenschap en dan besloten heeft om de decretale verplichtingen niet toe te passen. Het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de toepassing van de geldende wetgeving. Door in te gaan op een vraag die niet legitiem was, heeft ze deze herdenking die sereen dient te zijn, ernstig verstoord.

Wij hebben ons steeds ingezet om deze herdenkingen sereen en respectvol te laten gebeuren. Ook dit jaar waren het in Veldegem alleen mensen van N-VA die als gewoon gemeenteraadslid de herdenking bijwoonden. Wij zijn met N-VA trouwens ook enkele keren tussen gekomen in de gemeenteraad voor een beter onderhoud van de monumenten omdat op sommige de namen van de gesneuvelden onleesbaar geworden waren.

Wij verwachten dan ook uitleg volgende gemeenteraad waarom men ingegaan is op deze vraag en de bevestiging dat dit niet meer zal gebeuren.



Jef Bogaert, N-VA-Zedelgem



Persoonlijke samenvatting en interpretatie van het antwoord van de 'bevoegde' schepen:

Deze herdenking is een aan de kermistraditie gebonden activiteit en is geen van datum verplaatste Wapenstilstandsviering ter ere van de gesneuvelden van de parochie. Bijgevolg is het spelen van de Vlaamse Leeuw niet verplicht. 
Dat deze schepen met deze visie de gesneuvelden van Zedelgem hiermee in twee 'kwaliteits'klassen indeelt is hem ontgaan: enerzijds heb je de gesneuvelden van de Zedelgem-centrum waarvoor een respectvolle Wapenstilstand gevierd wordt op 11 november en de gesneuvelden van tweederang van Aartrijke, Loppem en Veldegem. Voor deze laatste is een beperkte ceremonie op een tanende kermis voldoende. 
Zal het u verwonderen dat we inderdaad noch deze verantwoordelijke schepen noch een ander 'gewoon' gemeenteraadslid of OCMW-raadslid van zijn partij gezien hebben op de herdenking van de Veldegemse gesneuvelden op kermisdinsdag in Veldegem ?

dinsdag 31 januari 2017

Bedrijventerrein Sint-Elooi, Zedelgem : minder hinder door onderbouwde tussenkomst

Donderdag 26 januari 21017, eerste gemeenteraad van het nieuwe jaar en met een agendapunt dat op ruime belangstelling kan rekenen, het gemeentelijk advies i.v.m. de afbakening van het Ruimtelijk Uitvoerinsplan (RUP) Grootstedelijk gebied Brugge. De belangstelling is vooral beperkt tot het deelplan, Sint-Elooi.

Dit deelplan gaat over een toekomstig regionaal bedrijventerrein, waarvan al tientallen jaren geleden beslist werd dat HAG-gebied (Hergewaardeerd Agrarisch Gebied) ooit zou worden omgezet in een zone voor nijverheid en industrie. Een infovergadering hierover twee jaar terug, kende een woelig verloop.
Januari 2015, een woelige informatievergadering over St.-Elooi (foto Focus-WTV)


In dit RUP zit ook het toekomstig voetbalstadium voor Brugge en het bedrijventerrein Sint-Elooi compenseert voor een deel het terrein dat nu zal gebruikt worden voor deze voetbaltempel. Dit impliceert ook dat zelfs al zouden we over de hele lijn een negatief advies geven, het heel waarschijnlijk toch zou uitgevoerd worden. Die beslissing ligt immers bij de hogere overheid. Hiermee zouden onszelf de kans ontnemen om via ons advies mee te helpen aan de realisatie van dit terrein en op die manier helpen we de hinder voor de omwonenden te minimaliseren en scheppen we positieve kansen (o.a. werkgelegenheid in de onmiddellijke omgeving).

Voor de mensen die er al heel hun leven wonen, is dit erg maar met tegen te stemmen, zoals de andere oppositieleden van Groen en sp.a, zal voor die mensen niets wijzigen. Mijn naamgenoot woont er bij een oud postje, je vindt het waarschijnlijk al terug op de Ferrariskaart (zie onderaan), en zal dit moeten achterlaten, pijnlijk en ook met een billijke onteigeningingsvergoeding* blijft dit pijnlijk. De beslissing, dat hier een industrieterrein komt, terugdraaien, is gezien de lange voorgeschiedenis utopisch, zelfs als zou de gemeente een negatief advies geven over de volledig lijn. Het voorstel van advies afwijzen zonder daar tegenover zelf een advies te formuleren van hoe dit industrieterrein dient ingevuld te worden, dit is wat de andere oppositieleden gedaan hebben, helpt echt niemand. Misschien kun je hierbij enkele stemmen winnen van harde tegenstanders maar daar gaat het niet om.

Daartegenover staat dat je met een wetenschappelijk onderbouwd advies (dat dan ook zorgt voor juridische argumenten) wel impact kunt hebben op de invulling en uitvoering van dit nijverheidsterrein. Je kunt hiermee bekomen dat de hinder minimaal is en dat, in combinatie met de toegenomen werkplaatsen en ruimte voor industrie er voor zorgen dat er minder woon-werk verkeer is wat dan ook goed is voor het milieu en voor de veriligheid. Dit behoud van de levenskwaliteit kan er voor zorgen dat de woningen in de omgeving hun marktwaarde op zijn minst behouden.

Daarom heb ik vorige donderdag het Milieu Effecten Rapport (MER) van het Ruimtelijk Uitvoerinsplan (RUP) Grootstedelijk gebied Brugge doorgenomen, een turf van meer dan 1000 bladzijden, grondig doorgenomen voor wat de Zedelgemse deelplannen betreft. Op basis hiervan ben ik, namens de N-VA-fractie, tussengekomen in het voorstel van advies inzake dit RUP.

Dit was mijn tussenkomst i.v.m. Sint-Elooi.

Het is heel belangrijk dat men voldoende rekening houdt met de omgeving van het nieuwe industrieterrein. Het is nagenoeg aan iedere kant omgeven door woonzones met uitzondering van de kant van de spoorweg waar er dan wel meerdere clusters van 5 woningen zijn en er dus ook hier mee moet rekening gehouden worden.

Eerst en vooral de spoorweg, een hoofdverbinding voor personenvervoer. Nergens wordt echter in het MER, het Milieu Effecten Rapport, verwezen naar het feit dat er, weliswaar in mindere mate ook vracht getransporteerd wordt via deze spoorlijn en dit aspect is belangrijk als men toch Seveso-bedrijven zou willen toelaten. We lezen ook letterlijk in het MER : ‘Vermits het terrein in alle richtingen gedeeltelijk grenst aan woonzone wordt de draagkracht van het terrein ten opzichte van Seveso-inrichtingen hierdoor bepaald en is het bedrijventerrein enkel geschikt voor Seveso-inrichtingen met geen of zeer lage externe (mens- en milieu-)risico’s verbonden aan gevaarlijke (Seveso-)stoffen in de inrichting.’

Het bedrijventerrein wordt dus op vele plaatsen omringd door woningen op minder dan 500m afstand. Het betreft woningen in de Collevijnstraat, in de Spoorwegstraat, in Flateriestraat en Lepemolenstraat en in de Torhoutsesteenweg.
Dit impliceert dat volgens VLAREM II de geluidsnorm voor het geluid in open lucht tijdens de dag 50 dB(A)/m² bedraagt en tijdens de avond- en nachtperiode 45 dB(A).

Er zal dus een gronddam dienen aangelegd te worden met een hoogte van zes meter en een minimale breedte van 12 m.

Dit gegeven over de toegelaten geluidsdruk betekent dat het gebied geschikt is voor licht industriële activiteiten en voor kantoren maar dat zelfs als middelzware activiteiten dienen beperkt te worden of helemaal centraal ingepland en dat zware industrie, met een geluidsdruk van ca. 60 dB(A) helemaal dient te worden uitgesloten.

Op basis van deze twee gegevens vragen we dan ook dat in het advies van de gemeente uitdrukkelijk gesteld wordt dat Seveso-bedrijven hoe dan ook niet toegelaten zijn.

De afwatering van het terrein gebeurt vooral langs de Lepemolenbeek en uiteindelijk komt het water terecht in de Moubeek en in de Kerkebeek, beken die meer stroomopwaarts in overstromingsgevoelige gebieden komen. Om overstromingen in de toekomst te vermijden zal de Lepemolenbeek open dienen te blijven met een ruime oever en dient er tevens ten noorden van het terrein een bufferbekken te worden aangelegd.

Nog een laatste punt is de verkeersafwikkeling. In het MER staat dat de bijkomende druk op het verkeer beperkt zal zijn. Er is echter onvoldoende rekening gehouden met de bestaande situatie. Een groot deel van de verkeersmetingen zijn gebeurd tijdens de vakantie of op het moment dat er werken waren in de Torhoutsesteenweg, dus dagen met weinig verkeer. Nu hebben we al vele keren dat het verkeer richting Brugge ‘s morgens in een file staat die van het rondpunt van Zuidwege tot voorbij het RAD staat m.a.w. er zijn nu al maatregelen nodig om de verkeersafwikkeling vlotter te laten verlopen, zonder bijkomende voertuigen van of naar het nieuwe industrieterrein.

Even nog deze aanvullingen

– Hoewel in het oorspronkelijk MER-rapport voorzien is dat ‘lichte’ Seveso-bedrijven (die zogezegd alleen risico binnen het bedrijf zelf opleveren) zouden toegelaten zijn, is op onze uitdrukkelijke vraag in het gemeentelijk advies opgenomen nu ook Seveso-bedrijven niet toegelaten zijn. Het terrein is aan alle kanten op minder dan 500 m omringd door bewoning en er loopt een spoorlijn langs die soms ook goederen vervoerd (dit goederentransport wordt niet vermeld in MER). Voor mij gaat het niet alleen om risico maar heel waarschijnlijk zou een Seveso-bedrijf, ook met minimaal risico, extra voorwaarden opleggen (dus extra kosten genereren) voor de gemeente voor wat betreft het opmaken van rampenplannen en het beschikbaar hebben van noodvoorzieningen en dus extra kosten (dus extra belastingen voor de inwoners) met zich meebrengen.

– Ik heb ook benadrukt dat omwille van de VLAREM II-geluidsnormen geen zware industrie kan toegelaten worden: de geluidsnorm van 50 dB(A) komt overeen met het huidig geluidsniveau van de activiteiten in de Torhoutsesteenweg.

– Om het geluid te beperken dient een gronddam aangelegd van minimaal 6 meter, en dus minimaal 12 m breed: er werd bevestigd dat de buffer rond het terrein een breedt van 25 meter zal hebben.

– Er komt ook een overwegingskader om ieder bedrijf dat zich wenst te vestigen, individueel te beoordelen vooraleer een vergunning uit te reiken.

Op de Ferrariskaart (1777) herkennen we o.a. de Torhoutsesteenweg, de Collevijnstraat en de Lepemolenstraat met de Lepemolen waarnaar ze werd genoemd (bron: Koninklijke Bibliotheek van België)

voor meer informatie over de onteigeningsvergoeding: https://bemiddelaar.login.kanooh.be/sites/default/files/atoms/files/onteigeningvergoeding.pdf