dinsdag 31 oktober 2017

Geen 'Vlaamse Leeuw' op herdenking gesneuvelden in Veldegem

Open brief aan college van burgemeester en schepenen

Veldegem, 5 oktober 2017

Geen 'Vlaamse Leeuw' op herdenking gesneuvelden in Veldegem

Op 3 oktober 2017 was ik samen met een collega van N-VA aanwezig op een vreemde activiteit in Veldegem. Er was de jaarlijkse officiële gemeentelijke herdenking van de Veldegemse gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Dit is voor Veldegem in één herdenking op kermisdinsdag het equivalent van V-dag (8 mei) en Wapenstilstand (11 november) zodat het op die manier mogelijk gemaakt wordt dat meerdere afdelingen van NSB met hun vlag aanwezig zijn op deze plechtigheid.

Een vreemde activiteit want tegen de traditie in werd de plechtigheid afgesloten met het nationaal volkslied zonder dat vooraf het Vlaams volkslied werd gespeeld. Heel vreemd want het is niet alleen om een traditie maar ook een decretale verplichting (= wettelijke verplichting opgelegd door de Vlaamse regering) om bij deze herdenkingen beide volksliederen uit te voeren.

Hoe zo'n plechtigheid dient te gebeuren inzake bevlagging en nationale liederen is vastgelegd in de omzendbrief VR 2013/37 van 26 juni 2015 met als titel 'Richtlijnen voor de Vlaamse Regering, de diensten en instellingen van de Vlaamse overheid en de provincies, de gemeenten en de districten voor de bevlagging van de openbare gebouwen en de uitvoering van het Vlaamse volkslied', een titel die meteen ook duidelijk maakt dat dit decreet dient gevolgd te worden door het gemeentebestuur.

Bij een oppervlakkige lezing zien we inderdaad onze kermisdinsdag niet als een vermelde datum waarop het verplicht zou zijn om te bevlaggen. Bij grondige lezing zien we dat 8 mei en 11 november vermeld worden als uitzonderingsdagen, t.t.z. in tegenstelling tot de meeste vastgelegde dagen dient de Europese vlag niet gehesen, alleen de Vlaamse en de Belgische, al dan niet samen met de gemeentevlag.

Wat het gebruik van de Vlaamse vlag betreft, is er geen twijfel mogelijk: 'de Vlaamse vlag (moet) gehesen worden aan openbare gebouwen telkens als de Belgische of de Europese vlag wordt gehesen, ook als het niet om een officiële gebeurtenis gaat.'

De richtlijnen in het decreet over de uitvoering van het Vlaamse volkslied brengen meer duidelijkheid:
- Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgevoerd, bij het begin of, op het einde van de officiële plechtigheden die georganiseerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, of een provincie of gemeente van het Nederlandse taalgebied, op de data waarvoor het hijsen van de vlag van de Vlaamse Gemeenschap is voorgeschreven (zie deel I van deze omzendbrief).
2.2 Interpretatie van de verplichte reglementering
De wettelijke bepaling over het spelen van het Vlaamse volkslied wordt zeer ruim opgevat. De verplichting geldt voor alle officiële plechtigheden op de data waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap gehesen moet worden en is onafhankelijk van het feit of de plechtigheid plaatsvindt in een openbaar gebouw of op een andere plaats (bijvoorbeeld in open lucht).
De verplichting om het Vlaamse volkslied uit te voeren geldt echter niet voor elke soort plechtigheid die een officieel karakter heeft en die plaatsvindt op een van de data die in deel I van deze omzendbrief vermeld staan. De plechtigheden moeten effectief plaatsvinden naar aanleiding van de gebeurtenis waarvoor de vlag wordt gehesen. Andere officiële plechtigheden, met een ander karakter, die toevallig op dezelfde dag plaatsvinden, vallen niet onder de verplichting. Zo hoeft het Vlaamse volkslied niet uitgevoerd te worden bij de uitreiking van een literatuurprijs die toevallig plaatsvindt op 11 juli of op een andere dag waarop de Belgische vlag gehesen moet worden.

Het decreet stipuleert dus duidelijk dat het gaat om een plechtigheid die plaatsvindt naar aanleiding van de gebeurtenis waarvoor de vlag wordt gehesen. Er wordt hier als voorbeeld verwezen naar de viering van de Vlaamse feestdag (11 juli) op een andere datum; het feit van de viering is bepalend, niet de kalenderdatum.

De gemeentelijke huldiging van de gesneuvelden van beide wereldoorlogen op kermisdinsdag in Veldegem is het equivalent van de viering van V-dag (einde van de tweede wereldoorlog) en van de Wapenstilstand (einde van de eerste wereldoorlog). Dit betekent dus dat naast de bevlagging met minstens de Belgische en de Vlaamse vlag bij de viering ook het Vlaamse en het Belgische volkslied dient gespeeld te worden (in die volgorde bij het einde van de plechtigheid of in omgekeerde volgorde indien dit gebeurt bij het begin).

Het is inderdaad zo dat volgens het protocol van de vaandeldragers van NSB de vaandels van oud-strijdersverenigingen alleen groeten tijdens het spelen van het Belgisch volkslied, een buitenlands volkslied of de Europese hymne en dat ze geen reglementaire groet uitbrengen tijdens het spelen van het gemeenschapslied (https://www.nsb-fnc.be/nl/reglement-vaandeldragers) … maar dat ze wel graag genieten van de subsidies van instellingen i.c. de gemeente die afhangen van de Vlaamse gemeenschap. Het is trouwens niet voor het eerst dat zij de vraag gesteld hebben om het Vlaams volkslied achterwege te laten.

Wij vinden het erg dat het college van burgemeester en schepenen ingegaan is op de vraag van een lid van een organisatie die weigert respectvol om te gaan met de symbolen van de Vlaamse Gemeenschap en dan besloten heeft om de decretale verplichtingen niet toe te passen. Het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de toepassing van de geldende wetgeving. Door in te gaan op een vraag die niet legitiem was, heeft ze deze herdenking die sereen dient te zijn, ernstig verstoord.

Wij hebben ons steeds ingezet om deze herdenkingen sereen en respectvol te laten gebeuren. Ook dit jaar waren het in Veldegem alleen mensen van N-VA die als gewoon gemeenteraadslid de herdenking bijwoonden. Wij zijn met N-VA trouwens ook enkele keren tussen gekomen in de gemeenteraad voor een beter onderhoud van de monumenten omdat op sommige de namen van de gesneuvelden onleesbaar geworden waren.

Wij verwachten dan ook uitleg volgende gemeenteraad waarom men ingegaan is op deze vraag en de bevestiging dat dit niet meer zal gebeuren.



Jef Bogaert, N-VA-Zedelgem



Persoonlijke samenvatting en interpretatie van het antwoord van de 'bevoegde' schepen:

Deze herdenking is een aan de kermistraditie gebonden activiteit en is geen van datum verplaatste Wapenstilstandsviering ter ere van de gesneuvelden van de parochie. Bijgevolg is het spelen van de Vlaamse Leeuw niet verplicht. 
Dat deze schepen met deze visie de gesneuvelden van Zedelgem hiermee in twee 'kwaliteits'klassen indeelt is hem ontgaan: enerzijds heb je de gesneuvelden van de Zedelgem-centrum waarvoor een respectvolle Wapenstilstand gevierd wordt op 11 november en de gesneuvelden van tweederang van Aartrijke, Loppem en Veldegem. Voor deze laatste is een beperkte ceremonie op een tanende kermis voldoende. 
Zal het u verwonderen dat we inderdaad noch deze verantwoordelijke schepen noch een ander 'gewoon' gemeenteraadslid of OCMW-raadslid van zijn partij gezien hebben op de herdenking van de Veldegemse gesneuvelden op kermisdinsdag in Veldegem ?