donderdag 23 augustus 2018

't Oud Hof, de zoveelste sloop van ons erfgoed.


Op 23 augustus 2018 stond o.a. ‘Openbare werken – Lasten verkaveling Halfuurdreef 28 – beslissing’ op de agenda van de gemeenteraad. Er komen drie koppelwoningen maar over wat er verdwijnt zwijgt men discreet, alsof het zou gaan om een stuk land dat al jaren wacht op bebouwing.

Het betreft de verkaveling van een hoeve in de Halfuurdreef die direct aansluit aan bij de nieuwe verkaveling aan het Ludovicus Vandendriesscheplein, in vogelvlucht op zo’n 200 meter van de boomkwekerij in de Hoogveldstraat waarover in de gemeenteraad al menige keer gediscussieerd werd.

Burgemeester Ludovicus Vandendriessche en landbouwer Jozef Verkeyn, die er bijna heel zijn leven woonde en als eeuweling zoveel keren gelauwerd werd met een receptie aangeboden door de gemeente, zullen zich waarschijnlijk in hungraf omgedraaid hebben toen het schepencollege de beslissing nam om deze hoeve te laten slopen, deze hoeve die één van de mooiste hoeven van Veldegem is.
't Oud Hof, Halfuurdreef 28, Veldegem (foto: Inventaris Onroerend Erfgoed, ©Vlaamse Gemeenschap)


De hoeve werd opgetrokken halfweg de 19de eeuw. Ze draagt de naam ‘t Oud Hof en heeft op de nok van het huis een dakruiter met klok, typisch voor de oude hoeven van onze streek: niemand had een horloge en als de klok geluid werd, was het tijd om terug naar de hoeve te te komen voor de maaltijd. Door deze nieuwe verkaveling verdwijnt de historische context van deze hoeve maar het blijft wel een bouwkundig relict, een vastgesteld bouwkundig erfgoed met belangrijke erfgoedwaarde.

De hoeve behoort tot het ‘vastgesteld bouwkundig erfgoed’ van Zedelgem. Het is inderdaad zo dat het niet meer de dienst onroerend erfgoed is maar het College van Burgemeester en Schepenen dat beslist of dit gebouw al dan niet mag gesloopt worden. Voor een gebouw opgenomen in de ‘vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed’ zijn er hiervoor strikte criteria. Ik heb er ernstig mijn twijfels over dat deze wettelijke bepaling, dit voorjaar gepubliceerd door het Agentschap Onroerend Erfgoed, hier werd nageleefd. Twijfels die versterkt worden door het feit dat de klachten die hierover werden ingediend, nog steeds niet werden beantwoord. Ik heb dan ook gevraagd in de gemeenteraad welke criteria gehanteerd werden voor het toekennen van de sloopvergunning.

Het lijkt er op dat deze meerderheid, nu ze recent zelf de bevoegdheid kreeg om een sloopaanvraag te beoordelen, een grote inspanning doet om in deze legislatuur op iedere deelgemeente minstens één vastgesteld bouwkundig erfgoed met de grond gelijk te maken. Recente voorbeelden zijn het vroegere gemeentehuis van Zedelgem dat moest wijken voor de nieuwe uitbreiding of de Villa Stuivenberghe in Loppem, de directeurswoning dus van de peetvader de aannemers Verhaeghe of in Aartrijke het huis Vandewalle met zijn historische boomgaard en dat samen met de brouwerij De Leeuw en de directeurswoning van de brouwerij een drie-eenheid vormde, een complex waar de gemeente heel veel belastingsgeld in pompte. Deze laatste afbraak zorgt niet alleen voor een sterke waardevermindering van de brouwerij De Leeuw. De nieuwbouw, die er zal komen, zal er in ieder geval problematisch zijn inzake het risico dat er opnieuw waterinsijpeling komt in de archiefruimte, een risico goed gekend was bij ons schepencollege toen er beslist werd om de afbraak toe te staan gezien de vroegere waterinsijpeling en de miserie die dit met zich meebracht.


Oud Gemeentehuis Zedelgem (foto: Inventaris Onroerend Erfgoed, ©Vlaamse Gemeenschap)
Villa Stuivenberghe, Heidelbergstraat 2, Loppem (foto: Inventaris Onroerend Erfgoed, ©Vlaamse Gemeenschap)
Huis Vandewalle, Eernegemsestraat 10, Aartrijke  (foto: Inventaris Onroerend Erfgoed, ©Vlaamse Gemeenschap)

donderdag 9 augustus 2018

Amaat Vyncke, oeps ... weeral vergeten!


Bij de opening van het (vernieuwde) gemeentehuis was er niets te merken van de beloofde aandacht voor Amaat Vyncke. Nochtans is het aangewezen om juist hier Vyncke te gedenken en herdenken: Amaat Vyncke werd in 1850 geboren in de kosterie van Zedelgem, de kosterie die afgesmeten werd om het nieuwe gemeentehuis (versie J. Lievens) te bouwen. Naar gewoonte is men weer is vergeten wat men officieel heeft beloofd en genotuleerd staat in de verslagen van de gemeenteraad.

Als stichtend voorzitter van het Ratte Vyncke Comité, betreur ik dat de Zedelgemse meerderheid, in tegenspraak met hun vroegere beloften, weer eens vergeten is om in het vernieuwde gemeentehuis aandacht te hebben voor Amaat ‘Ratte’ Vyncke, veruit de meest bekende Zedelgemnaar en waarvan de geboortegrond deel uitmaakt van het nieuwe gemeentehuis en -plein.

Ons voorstel om (de uitbreiding van) het gemeentehuis naar Amaat Vyncke te noemen, werd door de meerderheid afgewezen. Er kwam een tegenvoorstel om de toekomstige seniorenappartementen in het Leenhof ‘residentie Amaat Vyncke’ te noemen maar deze belofte werd vergeten al zal, wellicht uit schaamte, de Gezelliaanse handtekening van A. Vyncke in het kunstwerk aldaar komen.

Bij de afbraak van het vroegere gemeentehuis werd zoals beloofd de gedenkplaat van Amaat Vyncke, in 1930 eerst geplaatst in de oude kosterie, t.t.z. het geboortehuis van Amaat Vynck en later in het (nu afgebroken) gemeentehuis, gerecupereerd. Ze zou geïntegreerd worden in het nieuwe gemeentehuis, eventueel als onderdeel van een permanente, wisselende tentoonstelling over de meest bekende Zedelgemnaar. Het nieuwe gemeentehuis en voorplein liggen immers op de grond van diens geboortehuis.

Waarom was Amaat Vyncke zo belangrijk?
Amaat Vyncke (1850-1888) speelde een hoofdrol
in de blauwvoeterie (Vlaamse studentenbeweging),
in de studenten-zouavenbeweging (waar hij als commandant in Roeselare opgevolgd werd o.m. door Renaat Van Elslande, minister van 1960 tot 1980),
in de missionering van Congo (hij was de eerste Belgische missionaris die overleden is in Congo-vrijstaat),
in de tropische geneeskunde (hij voerde de eerste pokkenvaccinatie in het Afrikaanse binnenland uit) en
last but not least in de strijd tegen de internationale slavenhandel (hij ging rechtstreeks in confrontatie met de leiders van de gewapende benden die mensen roofden in zijn missiepost en het voorlezen van zijn getuigenis over de onmenselijke behandeling van deze gevangenen* door mgr. Lavigerie in de Brusselse kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele lagen aan de basis van het feit dat ons land soldaten stuurde naar Congo-Vrijstaat om de slavenhandelaars te bestrijden)
* de gevangen slaven werden bij mekaar gehouden via een ijzerdraad doorheen de oorlel: dit liet toe om een zieke of uitgeputte slaaf, die hierdoor het transport afremde, los te snijden en dood te knuppelen.



Jef Bogaert, stichtend voorzitter Ratte Vyncke Comité
auteur van Amaat Vyncke, Zedelgems zoeaaf, blauwvoet-studentenleider en Witte Pater, Zedelgemse Historische Uitgaven nr.3, Gemeente Zedelgem 2014, 193 blz.


Illustratie uit 'La Traite des Nègres' (ed. 1889) bij het verslag van de razzia op Kibanga, de missiepost van Amaat Vyncke, op 3 en 4 december 1887. Deze razzia, waarbij de streek geplunderd werd en mensen meegevoerd als slaaf, werd uitgevoerd door een huurlingen (Rouga-rouga) onder leiding van Bwana Masoudi, luitenant van Mohammed/Rumaliza. Een gevangen vrouw die weigerde om zich te laten ketenen, werd in koelen bloede met een schot afgemaakt. De historische audenticiteit van dit verhaal werd bevestigd in een publicatie van Marcel Luwel, conservator bij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren.