dinsdag 31 januari 2017

Bedrijventerrein Sint-Elooi, Zedelgem : minder hinder door onderbouwde tussenkomst

Donderdag 26 januari 21017, eerste gemeenteraad van het nieuwe jaar en met een agendapunt dat op ruime belangstelling kan rekenen, het gemeentelijk advies i.v.m. de afbakening van het Ruimtelijk Uitvoerinsplan (RUP) Grootstedelijk gebied Brugge. De belangstelling is vooral beperkt tot het deelplan, Sint-Elooi.

Dit deelplan gaat over een toekomstig regionaal bedrijventerrein, waarvan al tientallen jaren geleden beslist werd dat HAG-gebied (Hergewaardeerd Agrarisch Gebied) ooit zou worden omgezet in een zone voor nijverheid en industrie. Een infovergadering hierover twee jaar terug, kende een woelig verloop.
Januari 2015, een woelige informatievergadering over St.-Elooi (foto Focus-WTV)


In dit RUP zit ook het toekomstig voetbalstadium voor Brugge en het bedrijventerrein Sint-Elooi compenseert voor een deel het terrein dat nu zal gebruikt worden voor deze voetbaltempel. Dit impliceert ook dat zelfs al zouden we over de hele lijn een negatief advies geven, het heel waarschijnlijk toch zou uitgevoerd worden. Die beslissing ligt immers bij de hogere overheid. Hiermee zouden onszelf de kans ontnemen om via ons advies mee te helpen aan de realisatie van dit terrein en op die manier helpen we de hinder voor de omwonenden te minimaliseren en scheppen we positieve kansen (o.a. werkgelegenheid in de onmiddellijke omgeving).

Voor de mensen die er al heel hun leven wonen, is dit erg maar met tegen te stemmen, zoals de andere oppositieleden van Groen en sp.a, zal voor die mensen niets wijzigen. Mijn naamgenoot woont er bij een oud postje, je vindt het waarschijnlijk al terug op de Ferrariskaart (zie onderaan), en zal dit moeten achterlaten, pijnlijk en ook met een billijke onteigeningingsvergoeding* blijft dit pijnlijk. De beslissing, dat hier een industrieterrein komt, terugdraaien, is gezien de lange voorgeschiedenis utopisch, zelfs als zou de gemeente een negatief advies geven over de volledig lijn. Het voorstel van advies afwijzen zonder daar tegenover zelf een advies te formuleren van hoe dit industrieterrein dient ingevuld te worden, dit is wat de andere oppositieleden gedaan hebben, helpt echt niemand. Misschien kun je hierbij enkele stemmen winnen van harde tegenstanders maar daar gaat het niet om.

Daartegenover staat dat je met een wetenschappelijk onderbouwd advies (dat dan ook zorgt voor juridische argumenten) wel impact kunt hebben op de invulling en uitvoering van dit nijverheidsterrein. Je kunt hiermee bekomen dat de hinder minimaal is en dat, in combinatie met de toegenomen werkplaatsen en ruimte voor industrie er voor zorgen dat er minder woon-werk verkeer is wat dan ook goed is voor het milieu en voor de veriligheid. Dit behoud van de levenskwaliteit kan er voor zorgen dat de woningen in de omgeving hun marktwaarde op zijn minst behouden.

Daarom heb ik vorige donderdag het Milieu Effecten Rapport (MER) van het Ruimtelijk Uitvoerinsplan (RUP) Grootstedelijk gebied Brugge doorgenomen, een turf van meer dan 1000 bladzijden, grondig doorgenomen voor wat de Zedelgemse deelplannen betreft. Op basis hiervan ben ik, namens de N-VA-fractie, tussengekomen in het voorstel van advies inzake dit RUP.

Dit was mijn tussenkomst i.v.m. Sint-Elooi.

Het is heel belangrijk dat men voldoende rekening houdt met de omgeving van het nieuwe industrieterrein. Het is nagenoeg aan iedere kant omgeven door woonzones met uitzondering van de kant van de spoorweg waar er dan wel meerdere clusters van 5 woningen zijn en er dus ook hier mee moet rekening gehouden worden.

Eerst en vooral de spoorweg, een hoofdverbinding voor personenvervoer. Nergens wordt echter in het MER, het Milieu Effecten Rapport, verwezen naar het feit dat er, weliswaar in mindere mate ook vracht getransporteerd wordt via deze spoorlijn en dit aspect is belangrijk als men toch Seveso-bedrijven zou willen toelaten. We lezen ook letterlijk in het MER : ‘Vermits het terrein in alle richtingen gedeeltelijk grenst aan woonzone wordt de draagkracht van het terrein ten opzichte van Seveso-inrichtingen hierdoor bepaald en is het bedrijventerrein enkel geschikt voor Seveso-inrichtingen met geen of zeer lage externe (mens- en milieu-)risico’s verbonden aan gevaarlijke (Seveso-)stoffen in de inrichting.’

Het bedrijventerrein wordt dus op vele plaatsen omringd door woningen op minder dan 500m afstand. Het betreft woningen in de Collevijnstraat, in de Spoorwegstraat, in Flateriestraat en Lepemolenstraat en in de Torhoutsesteenweg.
Dit impliceert dat volgens VLAREM II de geluidsnorm voor het geluid in open lucht tijdens de dag 50 dB(A)/m² bedraagt en tijdens de avond- en nachtperiode 45 dB(A).

Er zal dus een gronddam dienen aangelegd te worden met een hoogte van zes meter en een minimale breedte van 12 m.

Dit gegeven over de toegelaten geluidsdruk betekent dat het gebied geschikt is voor licht industriƫle activiteiten en voor kantoren maar dat zelfs als middelzware activiteiten dienen beperkt te worden of helemaal centraal ingepland en dat zware industrie, met een geluidsdruk van ca. 60 dB(A) helemaal dient te worden uitgesloten.

Op basis van deze twee gegevens vragen we dan ook dat in het advies van de gemeente uitdrukkelijk gesteld wordt dat Seveso-bedrijven hoe dan ook niet toegelaten zijn.

De afwatering van het terrein gebeurt vooral langs de Lepemolenbeek en uiteindelijk komt het water terecht in de Moubeek en in de Kerkebeek, beken die meer stroomopwaarts in overstromingsgevoelige gebieden komen. Om overstromingen in de toekomst te vermijden zal de Lepemolenbeek open dienen te blijven met een ruime oever en dient er tevens ten noorden van het terrein een bufferbekken te worden aangelegd.

Nog een laatste punt is de verkeersafwikkeling. In het MER staat dat de bijkomende druk op het verkeer beperkt zal zijn. Er is echter onvoldoende rekening gehouden met de bestaande situatie. Een groot deel van de verkeersmetingen zijn gebeurd tijdens de vakantie of op het moment dat er werken waren in de Torhoutsesteenweg, dus dagen met weinig verkeer. Nu hebben we al vele keren dat het verkeer richting Brugge ‘s morgens in een file staat die van het rondpunt van Zuidwege tot voorbij het RAD staat m.a.w. er zijn nu al maatregelen nodig om de verkeersafwikkeling vlotter te laten verlopen, zonder bijkomende voertuigen van of naar het nieuwe industrieterrein.

Even nog deze aanvullingen

– Hoewel in het oorspronkelijk MER-rapport voorzien is dat ‘lichte’ Seveso-bedrijven (die zogezegd alleen risico binnen het bedrijf zelf opleveren) zouden toegelaten zijn, is op onze uitdrukkelijke vraag in het gemeentelijk advies opgenomen nu ook Seveso-bedrijven niet toegelaten zijn. Het terrein is aan alle kanten op minder dan 500 m omringd door bewoning en er loopt een spoorlijn langs die soms ook goederen vervoerd (dit goederentransport wordt niet vermeld in MER). Voor mij gaat het niet alleen om risico maar heel waarschijnlijk zou een Seveso-bedrijf, ook met minimaal risico, extra voorwaarden opleggen (dus extra kosten genereren) voor de gemeente voor wat betreft het opmaken van rampenplannen en het beschikbaar hebben van noodvoorzieningen en dus extra kosten (dus extra belastingen voor de inwoners) met zich meebrengen.

– Ik heb ook benadrukt dat omwille van de VLAREM II-geluidsnormen geen zware industrie kan toegelaten worden: de geluidsnorm van 50 dB(A) komt overeen met het huidig geluidsniveau van de activiteiten in de Torhoutsesteenweg.

– Om het geluid te beperken dient een gronddam aangelegd van minimaal 6 meter, en dus minimaal 12 m breed: er werd bevestigd dat de buffer rond het terrein een breedt van 25 meter zal hebben.

– Er komt ook een overwegingskader om ieder bedrijf dat zich wenst te vestigen, individueel te beoordelen vooraleer een vergunning uit te reiken.

Op de Ferrariskaart (1777) herkennen we o.a. de Torhoutsesteenweg, de Collevijnstraat en de Lepemolenstraat met de Lepemolen waarnaar ze werd genoemd (bron: Koninklijke Bibliotheek van Belgiƫ)

voor meer informatie over de onteigeningsvergoeding: https://bemiddelaar.login.kanooh.be/sites/default/files/atoms/files/onteigeningvergoeding.pdf