donderdag 5 april 2018

Blijft er een plaatsje vrij voor Amaat Vyncke in zijn eigen geboortehuis ?

De bouw van de nieuwe vleugel van het gemeentehuis verloopt vlot. Uiteraard is er binnen wat hinder omdat er ook daar enkele aanpassingen gebeuren. We horen echter niets over de vroegere belofte om daar een plaats te voorzien om de meest bekende Zedelgemnaar te eren of te herinneren. Er is nochtans geen betere plaats in de hele gemeente waar dit kan gebeuren. Het geboortehuis van Amaat Vyncke (1850-1888) werd met de grond gelijk gemaakt om het 'nieuwe' gemeentehuis te bouwen in de jaren vijftig, Dit 'nieuwe' gemeentehuis werd nu met de grond gelijk gemaakt om de uitbreiding van het recente gemeentehuis mogelijk te maken, een uitbreiding om het de diensten van het OCMW te integreren in de gemeentediensten. Hiermee wordt het uitgebreide gemeentehuis feitelijk de nieuwe vorm van dit geboortehuis. De opening enkele maanden voor de verkiezingen valt dus in het jaar dat Amaat Vyncke 130 jaar overleden is. We stellen hier volgende vraag over in de gemeenteraad van april.

Vraag over het vernieuwde gemeentehuis: in welke mate wordt er, zoveel beloofd, aandacht geschonken aan Amaat Vyncke, de meest bekende Zedelgemnaar, geboren in het huisje dat werd afgebroken om het gemeentehuis te bouwen ? (GR 26 april 2018)



Nadat de verkozen gemeenteraad in Zedelgem ruim een eeuw steeds vergaderd had in een café, koos men in 1940 voor een van de huisjes van de winkel-kosterie van Vyncke, meteen dus ook voor het geboortehuis van pater Amaat Vyncke (Zedelgem,1850 – Kibanga (Oost-Congo)1888) om de gemeenteraadszittingen te houden. Tien jaar eerder had men bij het eeuwfeest van de Belgische staat beslist om daar een gedenksteen aan te brengen van deze pauselijke zoeaaf en Witte Pater. Begin de jaren vijftig kocht de gemeente de overige drie huisjes van de kosterie om een nieuw gemeentehuis te bouwen. 
Het oude gemeentehuis in 1956 vlak voor de afbraak : de gedenkplaat is al verwijderd; vandaag is hier de doorgang naar het pater Amaat Vynckeplein. (bron: Info Zedelgem, extra editie maart 2007)

Dertig jaar geleden werd het nieuwe gemeenteplein heringericht en genoemd naar Pater Amaat Vyncke en werd de oude gedenkplaat aangebracht aan de achtergevel van het gemeentehuis. Dit gebouw is inmiddels gesloopt en vervangen door een uitbreiding om een optimale samenwerking gemeente-OCMW mogelijk te maken.

In de aanloop van deze uitbreiding werd beloofd om ruimte te voorzien zodat het duidelijk zou zijn dat Zedelgem Amaat Vyncke niet vergeten was. Een van de beloften toen was dat de nieuwe appartement die achter het gemeentehuis komen, de naam Amaat Vyncke zouden krijgen. Deze vergeten belofte wordt zwak gecompenseerd door het kunstwerk met daarin de Gezelliaanse handtekening van Vyncke.

Voorwaar een mager beestje, eentje dat ons er aan herinnerd dat men in 2013 eerst vergeten was dat dit het jaar was waar Vyncke honderd vijfentwintig jaar eerder geboren was in Zedelgem. Met enige vertraging is dan toch nog een mooie herdenking geweest met een tentoonstelling en nieuwe uitgave van de biografie van Vyncke.

Toch zijn er jammer genoeg ook nog veel Zedelgemnaars die niet weten hoe belangrijk Amaat Vyncke geweest is en nog steeds blijft. Ik wil dit met drie duidelijke voorbeelden illustreren, voorbeelden die alleen gaan over Amaat Vyncke als Witte Pater.

1) Jan Fabre behoort vandaag bij de belangrijkste kunstenaars van ons land. Velen kennen hem o.a. van het plafond in het Koninklijk Paleis te Laken dat volledig bekleed werd met anderhalf miljoen blauw-groene schildjes van scarabeeën. Met dezelfde techniek maakte hij de reeks ‘Tribute to Belgian Congo’ met als symbool voor de missionering een impressionant portret van pater Amaat Vyncke, 4 m² groot, met dezelfde beeltenis als op de porceleinfoto op de gedenksteen hier in Zedelgem.

2) Vorig jaar was er de tentoonstelling ‘De witte karavaan, 150 jaar Witte Paters en Witte Zusters in Afrika’ in het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, in het Klooster van Sint-Agatha, nabij Nijmegen. Daar zag ik slechts één werk van een buitenlander, voluit de ‘Brieven van een Vlaamschen Missonaris in Midden-Afrika door den Eerw. Pater Ameet Vyncke, van het Gezelschpa der Missionaris van Afrika (Witte Paters)’, met trouwens dezelfde foto als hierboven vermeld op de binnenkaft.

3) Dit boek, waarvan het eerste deel reeds uitgegeven werd in 1884, heeft een internationale verspreiding gekend en is vooral belangrijk voor de vergelijking van zijn reis naar zijn missiepost in 1883 die in grote mate gelijk liep met de reis van Stanley en Cameron naar Livingstone zo’n tien jaar eerder en voor de studies over de geschiedenis van de strijd tegen de slavenhandel, een strijd waarin Amaat Vyncke en zijn assistent Emmanuel/Charles Faraghit een toonaangevende rol hebben gespeeld.

Dit werk kende inderdaad een internationale verspreiding want we vinden het vandaag als boek of als microfilm in de bibliotheek van veel belangrijke wetenschappelijke instellingen en universiteiten. Om het belang daarvan te duiden wil ik hier kort een overzicht geven van de belangrijkste centra:
  • Voor Vlaanderen o.a. Universiteit Gent, Europacollege Brugge, HoWest (Hogeschool West-Vlaanderen) Kortrijk, Vlaams Instituut voor de Zee Oostende.
  • Voor Nederland o.a. de universiteiten van Tilburg, Amsterdam en Maastricht en het Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven in Sint-Agatha.
  • Voor Canada de universiteiten in Canada in Halifax, Montreal en London (Ontario).
  • Voor de Verenigde Staten universiteiten en onderzoekcentra in de staten Arkansas, California, Connecticut, Illinois, Iowa, Kentucky, Maryland, Michigan, North Dakota, Pennsylvania, Texas, Virginia, Washinton, West Virginia en Wisconsin.
  • En zelfs letterlijk aan de andere kant van de wereld, down under, op bijna 17.000 kilometer, de Monash University, d.i. de universiteit van Melbourne, Australië.

Alleen al zijn activiteiten als Witte Pater en de brieven die ons hierover informeren maken dus van pater Amaat Vyncke een wereldfiguur. Dan hebben we nog niet gesproken over zijn engagement als Pauselijk Zoeaaf of als oprichter en commandant van de studenten-zoeaven in Roeselare waar hij werd opgevolgd door de hr. Renaat Van Elslande, later minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of over zijn inzet voor de Vlaamse Beweging waarin hij volgens sommigen belangrijker was dan Albrecht Rodenbach.

Het is dan ook onze plicht om zo iemand te koesteren en als voorbeeld te stellen. We kunnen dit doen op een eenvoudige manier door een beperkte permanente tentoonstelling op te zetten in de publieksruimte van ons nieuw gemeentehuis. Ons archief beschikt over voldoende materiaal zodat de financiële inbreng verwaarloosbaar is.

Alleen de wil moet er zijn, de overtuiging dat Amaat Vyncke door zijn grenzeloze inzet, door zijn leven te geven om de armste en meest verdrukte mensen ter wereld te helpen, i.c. de wezenkinderen van zij die weggeroofd waren om als slaaf verkocht te worden, en dan zelf op 38-jarige leeftijd te bezwijken in Afrika, een voorbeeld is om naar op te kijken en ja, om het een eer te vinden dat Amaat Vyncke iemand van bij ons was, iemand waar we nu nog respect voor tonen.

Jef Bogaert