maandag 31 oktober 2011

Gladheidsbestrijding: Open brief voor een menselijke benadering

De toelichting in de gemeenteraad over het strooiplan bij gladde wegen had het alleen over de autowegen en fietspaden; ook de oppositie vond dit blijkbaar gewoon. Over de voetpaden en bushaltes geen enkel woord.
Ook over de mensen die door een beperking (leeftijd, beperkte mobiliteit) niet in staat zijn om hun stoep ijs- of sneeuwvrij te maken geen enkel woord. Juist voor deze personen betekent een gladde stoep een hoog valrisico en is dus levensbedreigend.
Volgens het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid valt een derde van de personen van 65 jaar en ouder ten minste één keer per jaar en 5% hiervan gaat gepaard met een fractuur. Voor Zedelgem zijn dit dus ongeveer 75 valfracturen per jaar, enkele ervan zijn levensbedreigende heupfracturen.
Een gemeentelijke overheid die zorg draagt voor zijn inwoners houdt hiermee rekening. Een “sneeuwtelefoon” is dus meer dan wenselijk. Vandaar deze open brief...


Open brief aan de burgemeester en leden van gemeenteraad van Zedelgem i.v.m. het gladheidsbestrijdingsplan

Geachte Heer Schepen Haesaert,
Geachte Heer Burgemeester en leden van het Schepencollege,
Geachte leden van de Gemeenteraad,

In de laatste gemeenteraad was er een punt toegevoegd aan de agenda dat onze bijzondere aandacht weerhield, namelijk de vraag naar de planning van de gladheidsbestrijding. U heeft een duidelijk antwoord gegeven voor wat betreft het strooien van de wegen gebruikt voor en door voertuigen : er is een voorraad van 200 ton strooizout,de firma RTS zal de autowegen strooien, de fietspaden zullen door eigen personeel ijsvrij gehouden worden.

Een keurig antwoord, de fractieleiders van de oppositie hadden wat lauwe opmerkingen over het feit dat deze voorraad, zowat 60 procent van wat vorige winter verbruikt werd, mogelijks te klein zou zijn of gniffelden toen bekend werd wie de werken zou uitvoeren maar de toewijzing is terecht gegaan naar de goedkoopste aanbieder. Eigenlijk moeten we u volmondig gelijk geven, 200 ton strooizout neemt veel ruimte in, er kan desnoods nog bijbesteld worden, extra ruimte voor meer voorraad zou heel wat duurder uitvallen en de werken worden uitgevoerd door de goedkoopste aanbieder. Dit was het dan, pijnlijk...

Pijnlijk, omdat het gladheidsbestrijdingsplan van onze gemeente is eigenlijk alleen gericht is op voertuigen, niet op mensen en op de risico's die ze lopen. Zoals ik ook vermelde in mijn blog (zillegem.blogspot.com) moet een modern, hedendaags bestuur het streefdoel zijn van onze gemeenteraad. We moeten ons inzetten voor een bestuur dat zich niet beperkt tot wat moet maar tot wat kan gedaan worden om Zedelgem beter en mooier te maken. Het ging hem dus over (verkeers)ongevallen vermijden, maar niet over het valrisico van voetgangers. We hoorden dus niets over de voetpaden en bushaltes. Uiteraard moet je als verantwoordelijke burger sneeuw ruimen voor je huis maar er is meer dan dat.

Er zijn voetpaden langs akkers en weilanden, langs onbewoonde huizen, langs huizen waarvan de inwoners niet (meer) in staat om zelf de sneeuw te ruimen of zout te strooien. Voor heel wat ouderen of minder mobiele personen is het ruimen van winterse neerslag op het voetpad een groot probleem. Niet allen hebben het geluk om hiervoor een beroep te kunnen doen op buren, vrienden of familieleden. Het is niet alleen een kwestie van te voldoen aan de wettelijke verplichting van het ruimen van de gladheid maar daarnaast vormt dit voor deze mensen zelf een belangrijke veiligheidsrisico als ze buiten de deur komen bv. om hun noodzakelijke boodschappen te doen.

Gladheid draagt in belangrijke mate bij tot het valrisico en dus op het fractuurrisico, ongeveer 5 % van alle vallen bij ouderen resulteert in een fractuur, het breken van een van de beenderen1. 65-plussers vormen ongeveer 20 % van onze bevolking. Het risico op een heupfractuur bedraagt 1 per 1000 voor een 65-jarige man maar loopt op tot 17 per duizend bij de 85-jarigen, voor vrouwen is het risico ongeveer dubbel zo hoog. De toename van het valrisico blijft de belangrijkste oorzaak voor deze toename met de leeftijd van het aantal heupfracturen2. Uit meerdere studies blijkt dat de totale mortaliteit in het eerste jaar na een heupfractuur circa 25 % bedraagt, in gewone taal: als je je heup breekt, dan heb je 1 kans op 4 dat je binnen het jaar komt te sterven. Als door een breuk van de heup de dijbeenkop moet vervangen worden, dan verhoogt dit overlijdensrisico ongeveer tot 1 op 33. Het risico dat je nadien niet meer zelfstandig kan wonen, en naar een tehuis moet is vergelijkbaar. Dit alleen voor wat betreft heupfracturen zonder het dus te hebben over polsfracturen die veel meer voorkomen is maar met veel minder overlijdensrisico of over wervelindeukingen. Het is aangetoond dat in België in 1993 1% van alle sterfgevallen (alle leeftijden) het gevolg waren van een accidentele valpartijen en/of osteoporose4. De ernstige gevolgen van een heupfractuur verklaren waarom men zoveel inspanningen doet (keuze van medicatie, aanpassing van woning of opname in een tehuis, hulpmateriaal) om dit risico te verminderen. Het is dus ook onze plicht om hier aan mee te werken.

Ook de gemeente heeft hier een verantwoordelijkheid. Zij kan er toe bijdragen dat de bejaarde of minder mobiele, zorgbehoevende mensen kunnen geholpen worden om de stoep voor hun huis ijsvrij te houden. Zoals reeds in zoveel gemeenten dikwijls op vraag van de lokale N-VA-mandatarissen vragen we de oprichting van een Sneeuwtelefoon. Dit is een gemeentelijke dienst die op vraag van ouderen en minder mobiele, zorgbehoevende mensen ervoor zorgt dat hun stoep sneeuw- of ijsvrij wordt gemaakt. Deze dienstverlening moet niet gratis gebeuren, zo vraagt men in Ieper hiervoor 10 euro maar soms is dit ook een kleiner bedrag. De bevoegde gemeente- of OCMW-diensten kunnen bepalen wat hiervoor een correcte vergoeding is.

Daarnaast is er nog het probleem van de voetpaden en de haltes op de onbebouwde plaatsen. Vooral deze die regelmatig gebruikt worden, zouden moeten geruimd worden zoals de fietspaden. Nu zien we dikwijls dat bij de bushaltes de bus gewoon op de weg blijft voor het in- en uitstappen. De plaats die gewoonlijk hiervoor gebruikt wordt, is soms spiegelglad of bedekt met smeltende sneeuw. In dit laatste geval zou het gebruik ervan door de bus ervoor zorgen dat de wachtende reizigers een pak natte smeltende sneeuw over zich heen krijgen. Ook het ploeteren doorheen die ijs- en sneeuwmassa om in of uit te stappen is ook niet zo aangenaam.

Wij hopen dat het schepencollege spoedig ingaat op deze vragen zodat in de toekomst de mensen centraal komen in het gladheidsbestrijdingsplan en niet alleen de voertuigen, zodat de veiligheid en de gezondheid een prioriteit worden,

Namens N-VA-Zedelgem

Jef Bogaert, voorzitter,

1Kwaliteitsinstituut voor Gezondheidszorg. Tweede Herziene Richtlijn Osteoporose, CBO, Utrecht, 2002
2Standaard Osteoporose van het Nederlandse Huisartsen Genootschap
3Tjang GCH, Koppert CL et all. Vervanging van de dijbeenkop wegens een heupfractuur: prognostische factoren voor opnameduur, opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis en sterfte. Ned. Tijdschr. Geneeskd. 2003; 147: 2483-7
4Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Osteoporose en heupfracturen. Episerie nr.17

vrijdag 28 oktober 2011

WWW: Wat, waarom en wie ?

Wat?
Gisteren onze gemeenteraad bijgewoond, als toeschouwer.
Het schouwspel was niet fraai. Neen hoor, bij ons in Zedelgem wordt er op de zitting van de gemeenteraad niet gescholden of gevochten, integendeel. Bij ieder punt neemt de verantwoordelijke schepen het woord en geeft een toelichting, soms is dit zelfs beperkt tot het voorlezen van een kort tekstje, misschien heeft hij/zij dit kattebelletje zelfs laten opstellen door 'de administratie'. Bij de te verwachten punten reageert de oppositie en krijgt dan een beleefd antwoord van de verantwoordelijke schepen, soms beperkt zich dit tot 'we zullen dit navragen'. Ook vorige keer was dit zo, evenveel ambiance als een natte dweil.

Het zou een laboratorium moeten zijn van ideeën, niet een stemmachine die vooral uit ja-knikkers bestaat. De meerderheid heeft soms goede voorstellen maar de oppositie laat dikwijls kansen liggen om deze nog beter te maken, om samen de gemeente echt te besturen.

Waarom?
Daarom deze blog, kritiek vanop de zijlijn zodat ons gemeentelijk beleid opstijgt van een 'Zillegems bestier' tot een modern, hedendaags bestuur. Een bestuur dat zich niet beperkt tot wat moet gedaan worden, maar doet wat kan gedaan worden om Zedelgem beter en mooier te maken.

Deze blog wil een aansporing zijn om vanuit mijn engagement, met het hart op de tong, stimulaties te geven, prikkels voor een beter bestuur. Geen elektrocutie maar stimulerende prikkels zoals een pacemaker een verzwakt hart terug op ritme brengt. Zowat om de week een nieuwe blog om de lethargie (= ziekelijke slaapzucht) te verdrijven.


Deze blog draag ik op aan mijn voorvaders en verwante familie die onze gemeente mee bestuurden : mijn grootvader Joseph-Henri Bogaert (1881-1949), raadslid en mijn overgrootvader Eduard Bogaert (1847-1933), ooit voorzitter van de Commissie van de Openbare Onderstand. Ook langs de kant van mijn grootmoeder, kleindochter van Felix Himpens-Van Parijs vinden we meerdere gemeenteraadsleden, vooral in groot-Zedelgem en Oostkamp. Of zoals de volksmond zegt, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Wie?
Toeschouwer langs de zijlijn maar heel geïnteresseerd. In mijn studentenjaren werd ik voorzitter van VUJO (VolksUnie-JOngeren)-Zedelgem. Ik was actief betrokken in de strijd tegen de geplande verkaveling van het Merkenveld en tegen de splitsing van de A-17 (nu E-403). In beide gevallen kregen we een beter alternatief gerealiseerd. Na de splitsing van de VU werd ik lid van de Nieuw-Vlaamse Alliantie en werd verkozen tot voorzitter van N-VA-Zedelgem. Uiteraard is er niet ook leven buiten de politiek: ik werk als zelfstandig medisch afgevaardigde bij 3DDD-Pharma en ben actief in het lokale sociale leven.