Veldegem, 5 oktober 2017
Geen 'Vlaamse Leeuw' op herdenking gesneuvelden in Veldegem
Op 3 oktober 2017 was
ik samen met een collega van N-VA aanwezig op een vreemde activiteit
in Veldegem. Er was de jaarlijkse officiële gemeentelijke herdenking
van de Veldegemse gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Dit is voor
Veldegem in één herdenking op kermisdinsdag het equivalent van
V-dag (8 mei) en Wapenstilstand (11 november) zodat het op die manier
mogelijk gemaakt wordt dat meerdere afdelingen van NSB met hun vlag
aanwezig zijn op deze plechtigheid.
Een vreemde activiteit
want tegen de traditie in werd de plechtigheid afgesloten met het
nationaal volkslied zonder dat vooraf het Vlaams volkslied werd
gespeeld. Heel vreemd want het is niet alleen om een traditie maar
ook een decretale verplichting (= wettelijke verplichting opgelegd
door de Vlaamse regering) om bij deze herdenkingen beide
volksliederen uit te voeren.
Hoe zo'n plechtigheid
dient te gebeuren inzake bevlagging en nationale liederen is
vastgelegd in de omzendbrief VR 2013/37 van 26 juni 2015 met als
titel 'Richtlijnen voor de Vlaamse
Regering, de diensten en instellingen van de Vlaamse overheid en de
provincies, de gemeenten en de districten voor de bevlagging van de
openbare gebouwen en de uitvoering van het Vlaamse volkslied', een
titel die meteen ook duidelijk maakt dat dit decreet dient gevolgd te
worden door het gemeentebestuur.
Bij
een oppervlakkige lezing zien we inderdaad onze kermisdinsdag niet
als een vermelde datum waarop het verplicht zou zijn om te bevlaggen.
Bij grondige lezing zien we dat 8 mei en 11 november vermeld worden
als uitzonderingsdagen, t.t.z. in tegenstelling tot de meeste
vastgelegde dagen dient de Europese vlag niet gehesen, alleen de
Vlaamse en de Belgische, al dan niet samen met de gemeentevlag.
Wat
het gebruik van de Vlaamse vlag betreft, is er geen twijfel mogelijk:
'de Vlaamse vlag (moet)
gehesen worden aan openbare gebouwen telkens als
de Belgische of de Europese vlag wordt gehesen, ook als het niet om
een officiële gebeurtenis gaat.'
De
richtlijnen in het decreet over de uitvoering van het Vlaamse
volkslied brengen meer duidelijkheid:
-
Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgevoerd, bij het
begin of, op het einde van de officiële plechtigheden die
georganiseerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest,
de Vlaamse Gemeenschapscommissie, of een provincie of gemeente van
het Nederlandse taalgebied, op de data waarvoor het hijsen van de
vlag van de Vlaamse Gemeenschap is voorgeschreven
(zie deel I van deze omzendbrief).
2.2
Interpretatie van de verplichte reglementering
De
wettelijke bepaling over het spelen van het Vlaamse volkslied wordt
zeer ruim opgevat.
De verplichting geldt voor alle officiële plechtigheden op de data
waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap gehesen moet worden en is
onafhankelijk van het feit of de plechtigheid plaatsvindt in een
openbaar gebouw of op een andere plaats (bijvoorbeeld in open lucht).
De
verplichting om het Vlaamse volkslied uit te voeren geldt echter niet
voor elke soort plechtigheid die een officieel karakter heeft en die
plaatsvindt op een van de data die in deel I van deze omzendbrief
vermeld staan. De
plechtigheden moeten effectief plaatsvinden naar aanleiding van de
gebeurtenis waarvoor de vlag wordt gehesen.
Andere officiële plechtigheden, met een ander karakter, die
toevallig op dezelfde dag plaatsvinden, vallen niet onder de
verplichting. Zo hoeft het Vlaamse volkslied niet uitgevoerd te
worden bij de uitreiking van een literatuurprijs die toevallig
plaatsvindt op 11 juli of op een andere dag waarop de Belgische vlag
gehesen moet worden.
Het
decreet stipuleert dus duidelijk dat het gaat om een plechtigheid die
plaatsvindt naar aanleiding van de gebeurtenis waarvoor de vlag wordt
gehesen. Er wordt hier als voorbeeld verwezen naar de viering van de
Vlaamse feestdag (11 juli) op een andere datum; het feit van de
viering is bepalend, niet de kalenderdatum.
De
gemeentelijke huldiging van de gesneuvelden van beide wereldoorlogen
op kermisdinsdag in Veldegem is het equivalent van de viering van
V-dag (einde van de tweede wereldoorlog) en van de Wapenstilstand
(einde van de eerste wereldoorlog). Dit betekent dus dat naast de
bevlagging met minstens de Belgische en de Vlaamse vlag bij de
viering ook het Vlaamse en het Belgische volkslied dient gespeeld te
worden (in die volgorde bij het einde van de plechtigheid of in
omgekeerde volgorde indien dit gebeurt bij het begin).
Het
is inderdaad zo dat volgens het protocol van de vaandeldragers van
NSB de vaandels van oud-strijdersverenigingen alleen groeten tijdens
het spelen van het Belgisch volkslied, een buitenlands volkslied of
de Europese hymne en dat ze geen reglementaire groet uitbrengen
tijdens het spelen van het gemeenschapslied
(https://www.nsb-fnc.be/nl/reglement-vaandeldragers)
… maar dat ze wel graag genieten van de subsidies van instellingen
i.c. de gemeente die afhangen van de Vlaamse gemeenschap. Het is
trouwens niet voor het eerst dat zij de vraag gesteld hebben om het
Vlaams volkslied achterwege te laten.
Wij
vinden het erg dat het college van burgemeester en schepenen ingegaan
is op de vraag van een lid van een organisatie die weigert respectvol
om te gaan met de symbolen van de Vlaamse Gemeenschap en dan besloten
heeft om de decretale verplichtingen niet toe te passen. Het college
van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de toepassing
van de geldende wetgeving. Door in te gaan op een vraag die niet
legitiem was, heeft ze deze herdenking die sereen dient te zijn,
ernstig verstoord.
Wij
hebben ons steeds ingezet om deze herdenkingen sereen en respectvol
te laten gebeuren. Ook dit jaar waren het in Veldegem alleen mensen
van N-VA die als gewoon gemeenteraadslid de herdenking bijwoonden.
Wij zijn met N-VA trouwens ook enkele keren tussen gekomen in de
gemeenteraad voor een beter onderhoud van de monumenten omdat op
sommige de namen van de gesneuvelden onleesbaar geworden waren.
Wij
verwachten dan ook uitleg volgende gemeenteraad waarom men ingegaan
is op deze vraag en de bevestiging dat dit niet meer zal gebeuren.
Jef
Bogaert, N-VA-Zedelgem
Persoonlijke samenvatting en interpretatie van het antwoord van de 'bevoegde' schepen:
Deze herdenking is een aan de kermistraditie gebonden activiteit en is geen van datum verplaatste Wapenstilstandsviering ter ere van de gesneuvelden van de parochie. Bijgevolg is het spelen van de Vlaamse Leeuw niet verplicht.
Dat deze schepen met deze visie de gesneuvelden van Zedelgem hiermee in twee 'kwaliteits'klassen indeelt is hem ontgaan: enerzijds heb je de gesneuvelden van de Zedelgem-centrum waarvoor een respectvolle Wapenstilstand gevierd wordt op 11 november en de gesneuvelden van tweederang van Aartrijke, Loppem en Veldegem. Voor deze laatste is een beperkte ceremonie op een tanende kermis voldoende.
Zal het u verwonderen dat we inderdaad noch deze verantwoordelijke schepen noch een ander 'gewoon' gemeenteraadslid of OCMW-raadslid van zijn partij gezien hebben op de herdenking van de Veldegemse gesneuvelden op kermisdinsdag in Veldegem ?