Donderdag 26 januari
21017, eerste gemeenteraad van het nieuwe jaar en met een agendapunt
dat op ruime belangstelling kan rekenen, het gemeentelijk advies
i.v.m. de afbakening van het Ruimtelijk
Uitvoerinsplan (RUP) Grootstedelijk gebied Brugge. De belangstelling
is vooral beperkt tot het deelplan, Sint-Elooi.
Dit
deelplan gaat over een toekomstig regionaal bedrijventerrein,
waarvan al tientallen jaren geleden beslist werd dat HAG-gebied
(Hergewaardeerd Agrarisch Gebied) ooit zou worden omgezet in een zone
voor nijverheid en industrie. Een
infovergadering hierover twee jaar terug, kende een woelig verloop.
Januari 2015, een woelige informatievergadering over St.-Elooi (foto Focus-WTV) |
In
dit RUP zit ook het toekomstig voetbalstadium voor Brugge en het
bedrijventerrein Sint-Elooi
compenseert
voor een deel het terrein dat nu zal gebruikt worden voor deze
voetbaltempel. Dit impliceert ook dat zelfs al zouden we over de hele
lijn een negatief advies geven, het heel
waarschijnlijk toch zou
uitgevoerd worden. Die beslissing ligt immers bij de hogere overheid. Hiermee
zouden onszelf de kans
ontnemen om via ons advies mee te helpen aan de realisatie van dit terrein en op die manier helpen we de hinder voor de omwonenden te
minimaliseren en scheppen we positieve kansen (o.a. werkgelegenheid in de onmiddellijke omgeving).
Voor
de mensen die er al heel hun leven wonen, is dit erg maar met tegen
te stemmen, zoals de andere oppositieleden van Groen en sp.a, zal voor die
mensen niets wijzigen. Mijn naamgenoot woont er bij een oud postje, je vindt het waarschijnlijk al terug op de Ferrariskaart (zie onderaan), en zal dit moeten achterlaten, pijnlijk en ook met een billijke onteigeningingsvergoeding* blijft dit pijnlijk. De beslissing, dat hier een industrieterrein komt, terugdraaien, is gezien de lange
voorgeschiedenis utopisch, zelfs als zou de gemeente een negatief
advies geven over de volledig lijn. Het voorstel van advies afwijzen zonder daar tegenover zelf een advies te formuleren van hoe
dit industrieterrein dient ingevuld te worden, dit is wat de andere
oppositieleden gedaan hebben, helpt echt niemand. Misschien kun je
hierbij enkele stemmen winnen van harde tegenstanders maar daar gaat
het niet om.
Daartegenover
staat dat je met een wetenschappelijk onderbouwd advies (dat
dan ook zorgt voor juridische argumenten)
wel impact kunt hebben op de invulling en uitvoering van dit
nijverheidsterrein. Je kunt hiermee bekomen dat de hinder minimaal is
en dat, in combinatie met de toegenomen werkplaatsen en ruimte voor
industrie er voor zorgen
dat er minder woon-werk verkeer is wat dan ook goed is voor het
milieu en voor de veriligheid. Dit
behoud van de levenskwaliteit kan er voor zorgen dat
de woningen in de omgeving hun marktwaarde op zijn minst behouden.
Daarom heb ik vorige donderdag het Milieu Effecten Rapport (MER) van
het Ruimtelijk Uitvoerinsplan (RUP) Grootstedelijk gebied Brugge
doorgenomen, een turf van meer dan 1000 bladzijden, grondig doorgenomen voor wat de Zedelgemse deelplannen betreft. Op basis hiervan
ben ik, namens de N-VA-fractie, tussengekomen in het voorstel van
advies inzake dit RUP.
Dit was mijn
tussenkomst i.v.m. Sint-Elooi.
Het is heel
belangrijk dat men voldoende rekening houdt met de omgeving van het
nieuwe industrieterrein. Het is nagenoeg aan iedere kant omgeven door
woonzones met uitzondering van de kant van de spoorweg waar er dan
wel meerdere clusters van 5 woningen zijn en er dus ook hier mee moet
rekening gehouden worden.
Eerst en vooral
de spoorweg, een hoofdverbinding voor personenvervoer. Nergens wordt
echter in het MER, het Milieu Effecten Rapport, verwezen naar het
feit dat er, weliswaar in mindere mate ook vracht getransporteerd
wordt via deze spoorlijn en dit aspect is belangrijk als men toch
Seveso-bedrijven zou willen toelaten. We lezen ook letterlijk in het
MER : ‘Vermits het terrein in alle richtingen gedeeltelijk grenst
aan woonzone wordt de draagkracht van het terrein ten opzichte van
Seveso-inrichtingen hierdoor bepaald en is het bedrijventerrein enkel
geschikt voor Seveso-inrichtingen met geen of zeer lage externe
(mens- en milieu-)risico’s verbonden aan gevaarlijke
(Seveso-)stoffen in de inrichting.’
Het
bedrijventerrein wordt dus op vele plaatsen omringd door woningen op
minder dan 500m afstand. Het betreft woningen in de Collevijnstraat,
in de Spoorwegstraat, in Flateriestraat en Lepemolenstraat en in de
Torhoutsesteenweg.
Dit impliceert
dat volgens VLAREM II de geluidsnorm voor het geluid in open lucht
tijdens de dag 50 dB(A)/m² bedraagt en tijdens de avond- en
nachtperiode 45 dB(A).
Er zal dus een
gronddam dienen aangelegd te worden met een hoogte van zes meter en
een minimale breedte van 12 m.
Dit gegeven over
de toegelaten geluidsdruk betekent dat het gebied geschikt is voor
licht industriƫle activiteiten en voor kantoren maar dat zelfs als
middelzware activiteiten dienen beperkt te worden of helemaal
centraal ingepland en dat zware industrie, met een geluidsdruk van
ca. 60 dB(A) helemaal dient te worden uitgesloten.
Op basis van
deze twee gegevens vragen we dan ook dat in het advies van de
gemeente uitdrukkelijk gesteld wordt dat Seveso-bedrijven hoe dan ook
niet toegelaten zijn.
De afwatering van
het terrein gebeurt vooral langs de Lepemolenbeek en uiteindelijk
komt het water terecht in de Moubeek en in de Kerkebeek, beken die
meer stroomopwaarts in overstromingsgevoelige gebieden komen. Om
overstromingen in de toekomst te vermijden zal de Lepemolenbeek open
dienen te blijven met een ruime oever en dient er tevens ten noorden
van het terrein een bufferbekken te worden aangelegd.
Nog een laatste
punt is de verkeersafwikkeling. In het MER staat dat de bijkomende
druk op het verkeer beperkt zal zijn. Er is echter onvoldoende
rekening gehouden met de bestaande situatie. Een groot deel van de
verkeersmetingen zijn gebeurd tijdens de vakantie of op het moment
dat er werken waren in de Torhoutsesteenweg, dus dagen met weinig
verkeer. Nu hebben we al vele keren dat het verkeer richting Brugge
‘s morgens in een file staat die van het rondpunt van Zuidwege tot
voorbij het RAD staat m.a.w. er zijn nu al maatregelen nodig om de
verkeersafwikkeling vlotter te laten verlopen, zonder bijkomende
voertuigen van of naar het nieuwe industrieterrein.
Even
nog deze aanvullingen
– Hoewel in het
oorspronkelijk MER-rapport voorzien is dat ‘lichte’
Seveso-bedrijven (die zogezegd alleen risico binnen het bedrijf zelf
opleveren) zouden toegelaten zijn, is op onze uitdrukkelijke vraag in
het gemeentelijk advies opgenomen nu ook Seveso-bedrijven niet
toegelaten zijn. Het terrein is aan alle kanten op minder dan 500 m
omringd door bewoning en er loopt een spoorlijn langs die soms ook
goederen vervoerd (dit goederentransport wordt niet vermeld in MER).
Voor mij gaat het niet alleen om risico maar heel waarschijnlijk zou
een Seveso-bedrijf, ook met minimaal risico, extra voorwaarden
opleggen (dus extra kosten genereren) voor de gemeente voor wat
betreft het opmaken van rampenplannen en het beschikbaar hebben van
noodvoorzieningen en dus extra kosten (dus extra belastingen voor de
inwoners) met zich meebrengen.
– Ik heb ook
benadrukt dat omwille van de VLAREM II-geluidsnormen geen zware
industrie kan toegelaten worden: de geluidsnorm van 50 dB(A) komt overeen met het huidig geluidsniveau van de activiteiten in de Torhoutsesteenweg.
– Om het geluid te
beperken dient een gronddam aangelegd van minimaal 6 meter, en dus
minimaal 12 m breed: er werd bevestigd dat de buffer rond het terrein
een breedt van 25 meter zal hebben.
– Er komt ook een
overwegingskader om ieder bedrijf dat zich wenst te vestigen,
individueel te beoordelen vooraleer een vergunning uit te reiken.Op de Ferrariskaart (1777) herkennen we o.a. de Torhoutsesteenweg, de Collevijnstraat en de Lepemolenstraat met de Lepemolen waarnaar ze werd genoemd (bron: Koninklijke Bibliotheek van Belgiƫ) |
voor meer informatie over de onteigeningsvergoeding: https://bemiddelaar.login.kanooh.be/sites/default/files/atoms/files/onteigeningvergoeding.pdf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten