woensdag 2 november 2011

Dexia, zoals ik het begreep.

We wisten in 2008 al dat de Fransen eigenlijk een strategisch plan hadden om een eigen Franse bank af te splitsen van de Dexia-holding. In die tussenperiode werden er enorme liquiditeiten versast van België naar Parijs. Tegelijk werden alle risico's in België gezet,” (J. Crombez, sp.a in Knack, 2/11/2011)

Dexia Bank België is 'gered', ttz. teruggekocht door de Belgische regering voor 4 miljard euro. Dat is niet te duur als men geen rekening zou houden met de waarborg van meer dan vijftig miljard euro voor eventuele verliezen op de restbank, de 'bad (slechte) bank”: de groep is gesplitst in Dexia België, Dexia-Frankrijk en een restbank..

Hoezo teruggekocht? Ooit hadden we het Gemeentekrediet, eigendom van de gemeenten en provincies. Zowat 15 jaar terug kwam dit Gemeentekrediet in een stroomversnelling: groei door opkoop van Banque International à Luxembourg, naamsverandering tot Dexia inkoop/fusie met Crédit Local de France, uittrede van de overheid uit het kapitaal (om te voldoen aan de criteria om de Euro te kunnen invoeren) : de dubbelbank Dexia België-Frankrijk (de Dexia-holding) werd een private wereldbank waarvan de oorspronkelijke Belgische aandeelhouder, intussen Gemeentelijk Holding genaamd ongeveer de helft van het kapitaal bezat. Dexia-groep groeide, maakte winst, deed overnames o.a. van Artesia, zelf de fusie van Paribas België en Bacob (waardoor via Arco, het ACW een belangrijke aandeelhouder werd).

De Gemeentelijke Holding verzorgde zijn aandeelhouders met hoge dividenden (uit winst en omzettingen van aandelen) zodat het nog maar voor minder dan een zesde eigenaar is van de groep.
Dexia nam grote risico's om sneller te groeien. Het werd een hefboomfonds. Zo bezit het vandaag een 4 miljard Griekse staatspapier (= meer dan alle Nederlandse banken samen) en grote participaties in de Amerikaanse immobiliën. Toen werd het heel onzeker of dit ooit terugbetaald zou worden. De koers zakte in elkaar en de regering moest bijspringen om het failliet af te wenden. Ook de Gemeentelijke Holding vroeg zijn aandeelhouders om te helpen: met de belofte van een dividend van 13% (nota bene in volle bankencrisis) kochten de meeste gemeenten, ook Zedelgem een pak nieuwe aandelen, aan de prijs van 8,26 €/aandeel.

Toen werd het echte waanzin : een groot deel van de kapitaalinbreng werd geleend van Dexia met Dexia-aandelen als onderpand. De afbouw van verliesposten verliep trager dan verwacht, de koers zakte enorm, andere banken wilden niet meer lenen, het liquide geld werd versluisd van Dexia België naar Dexia Frankrijk maar de Dexia-groep was virtueel failliet. De Belgische en Franse overheid brachten de redding door splitsing waarbij onze regering van lopende zaken 4 miljard euro betaalde om Dexia-België terug te kopen en zorgde voor een waarborg op de restbank van ruim 50 miljard. Door deze opsplitsing mocht de Gemeentelijke Holding Dexia niet meer inschrijven aan 8,26 € maar aan de reële koers van ongeveer 1/10 : het negatief vermogen (het gat in de kas) van deze holding werd ongeveer 900 miljoen euro en besliste men om (binnenkort) over te gaan naar een vereffening: de aandelen én de inkomsten via royale dividenden van de gemeenten zijn verdwenen als sneeuw voor de zon.

Uit de hoorzittingen blijkt dat er toch veel onregelmatigheden gebeurd zijn, dat getuigen zoals L. Coene (Nationale Bank) zich verstoppen achter het beroepsgeheim of J.P. Servais (CBFA, voorheen Bankcommissie) achter mogelijke grote gevolgen van het vrijgeven van informatie. Toch weigeren de traditionele partijen nog steeds om een parlementaire onderzoekscommissie op te richten. De beheerders van Dexia en van de Gemeentelijke Holding (toppolitici van de traditionele partijen die hier een bij-jobke hadden van jaarlijks 20.000 € bruto, zonder de zitpenningen) zeggen nu met zijn allen dat ze niets verkeerd gedaan hebben. Ja, de stinkende potjes moeten gedekt blijven en de gewone burger betaalt het gelag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten